Blits: Wist je dat…

– De leerkrachten van het eerste jaar op zeeklassen een fantastisch dansje hebben gedaan op “Cheerleader” van OMI? Met hun kleurige kledij, pompons en staartjes zagen ze er geweldig uit!

Mevrouw Lewandowski een tijdje geleden in de leraarskamer van haar stoel is gevallen? Maak jullie maar geen zorgen, ze heeft er niets aan overgehouden, alleen een gescheurde broek…

– De leerlingen van 4GLa door hun deelname aan de Interscholenwedstrijd van Knack een daguitstap naar Amsterdam gewonnen hebben? Ook Blits is trots op jullie!

Meneer Bijnens, meneer Smets, meneer Steegmans en meneer Moyaerts tijdens de Lyceumquiz de prijs gewonnen hebben voor de meeste consumpties (lees: pintjes)? Proficiat heren!

Meneer Jansen het nodig vond om zijn 24ste verjaardag te vieren met een chique weekendje Frankrijk? En wij mochten niet mee, boe!

– De zoon van mevrouw Vangeneugden de inloopkast van zijn ma groter vindt dan de nieuwe hal van St. Vincentius? Nu zijn de dames van de Blitsredactie toch wel nieuwsgierig…

– Sommige leerlingen die volgend jaar meewillen op Italiëreis op de inschrijfdag al om 7 uur op school waren? De vroege vogels onder de leerkrachten keken vroeg op toen ze om kwart voor acht al een bende leerlingen aan het secretariaat zagen staan. Van populair gesproken! 

– De zesdejaars ervoor gezorgd hebben dat de fietsen van de eerstejaars beveiligd zijn met reflectoren? Een leuke actie om de meter- en peteractiviteiten mee af te sluiten!

IMG_4839 IMG_4840 (1)

Blits: Twee reporters op zeeklassen!

De eerstejaars gingen eind april op zeeklassen. Wij waren nieuwsgierig naar hoe zo’n zeeklassen eraan toe gaat en stuurden twee reporters mee op pad! 

Dag 1 – met de bus naar Brugge en Oostende! 

’s Morgens om 9 uur vertrokken we met het hele eerste jaar op zeeklassen. De sfeer zat er volop in. Onderweg naar Brugge kregen we twee boekjes voor tijdens het hele gebeuren. Met die boekjes leerden we van alles bij met het invullen, luisteren en kijken om ons heen. Toen we aankwamen gingen we lunchen in een parkje. Daarna gingen we een wandeling doorheen Brugge maken met onze klas en twee leerkrachten. We moesten vooral heel erg stil zijn bij de Begijntjes. Dat was héél erg moeilijk!

Toen de wandeling voorbij was werden we vrij gelaten in het centrum van Brugge. We gingen verschillende souvenirwinkeltjes binnen of we gingen de trappen van het Belfort op. Jammer genoeg ging de tijd veel te snel en moesten we alweer naar de bussen wandelen. Toen we verder reden naar het hotel kregen we te horen in welke kamers we sliepen. Eenmaal aangekomen bij het hotel was het een en al chaos. Eerst moesten we onze valiezen pakken, toen moesten we naar onze kamers gaan voor een uurtje vrije tijd weer en ten slotte gingen we avondeten. Wat een lange dag! Na het eten gingen we naar het strand voor leuke foto’s en veel plezier. Uiteindelijk was de dag voorbij en was het slaaptijd, maar natuurlijk ging niemand echt slapen. Er werd nog veel gebabbeld, tv gekeken, gesnoept  en veel lachen. Maar het was oppassen geblazen, want als je te hard lachte, stonden de leerkrachten aan de deur! Na een tijdje werden we moe en gingen we toch slapen, ook al wouden we liefst een nachtje door doen!

Dag 2 – wandelen en een feestje! 

Om 7u30 werden we wakker gemaakt. Natuurlijk waren we super moe. We begonnen de dag met een lekker ontbijtje. Na het ontbijt kregen we in groepen een les Natuurwetenschappen en gingen we zwemmen. Daarna gingen we middageten en na dat lekkere eten gingen we een wandeling door de duinen maken. Onze wandeling bracht ons tot Oostende en daar kregen we één uur om te winkelen. Natuurlijk konden we niet veel doen, omdat we weinig tijd hadden. Na de wandeling en het avondeten maakten we ons snel klaar voor de Sing Along en de fuif. Hier hadden we allemaal heel hard naar uitgekeken! De Sing Along was supergrappig en toen de leerkrachten begonnen te dansen kwam niemand meer  bij van het lachen.  Na dat lachfestijn begon de fuif. Iedereen amuseerden zich en er begonnen een paar battles. We hebben elkaar die dag nog beter leren kennen! Toen we om 23 uur moesten gaan slapen was iedereen droevig omdat de tijd voorbij was gevlogen.

Dag 3 – nu al naar huis? 

Vandaag mochten we aan halfuurtje langer slapen, dat was best wel tof. Maar tja, een halfuurtje is ook maar een halfuurtje…  Na het ontbijt moesten we onze kamers opruimen, valiezen maken en die valiezen inladen in de bus.  Om 10 uur gingen we naar het strand gegaan voor strandspelen. Na het middagmaal stapten we in de bus op weg naar het laatste avontuur van deze zeeklassen: Technopolis in Mechelen! Dat was echt wel leuk! Toen het 16u45 was moesten we terug in de bus voor ons verdere vertrek naar Genk. Om 18u30 waren we terug in Genk en konden we genieten van onze vrijdagavond en weekend.

Het was echt een fantastische zeeklassen! Dank je wel eerstejaars en begeleidende leerkrachten! Dit gaan we nooit vergeten.

– Jana Van Droogenbroeck (1AH) en Magalie Olaerts (1AC)

 

 

Blits: En de winnaar van de gratis wafels is….

Proficiat! De winnaar mag vanaf maandag iedere dag een gratis wafeltje halen bij de zusters!

Blits: win een week gratis wafels bij de zusters!

Trrrrring! Om 10.15u stormen we met zijn allen naar de zusters voor een lekker tussendoortje. Wil jij een week lang elke dag kans maken op een chocoladewafel of een suikerwafel? Doe dan mee aan de wedstrijdvraag!

af

 

Wedstrijdvraag:

Het hoofdgebouw, een overblijfsel uit de Expo van 1958, valt naast de vele ramen ook heel erg op door de ronde en de vierkante trap. Wat is het verschil tussen het aantal trappen van de vierkante trap en het aantal trappen van de ronde trap?

voorzijdeschool30

Hoe deelnemen?

Stuur een Smartschoolberichtje  naar Janne Decresson – 3GLa voor 30 april. Een onschuldige hand zal dan de gelukkige winnaar loten.

 

We wensen jullie alvast veel succes!

Het Blitsteam

Blits: aanrader: het Lyceumkoor op Lokale Helden 30/30/30!

Op 30 april 2015 organiseert Stad Genk het evenement ‘Lokale Helden 30/30/30’. Dit houdt in dat er op 30 april, 30 verschillende Genkse artiesten op 30 verschillende locaties verspreid over heel Genk zullen optreden. Met veel enthousiasme deelt Blits mee dat het Lyceumkoor als openingsact van het festival om 18.00u zal optreden in de grote bib op het Stadsplein!

Flyer 30-30-30

“Eind vorig jaar is stad Genk op zoek gegaan naar Genkse muzikanten die de muziekscène in Genk goed kennen om dit project mee te helpen opstarten. Ze hebben er zes gevonden, waarvan ik er één ben”, aldus mevrouw Guarraci, één van onze leerkrachten Muzikale Opvoeding.

Curatoren 30-30-30

Samen met deze vijf muzikanten begon mevrouw Guarraci in november aan de zoektocht naar muzikanten en locaties voor het project. “De aanwerving van artiesten was een enorm succes. Er nemen nu ruim zestig artiesten deel, dat zijn er dertig meer dan we oorspronkelijk gepland hadden! Bovendien hoopten we dertig locaties voor het project te vinden, maar ondertussen zitten we al aan vijftig locaties. Jullie denken bij “locaties” natuurlijk aan plaatsen zoals het stadhuis en de bib, maar het Genkse Helden 30/30/30 verder dan dat. De artiesten gaan ook optreden bij de mensen thuis en dat idee lijkt goed aan te slaan bij de Genkse bevolking.”

De volledige programmatie zal begin volgende week te vinden zijn op de website www.303030.be. Voor sommige locaties zijn de plaatsen beperkt, reserveren doe je dus op voorhand via de inschrijflink op de website.

Blits zal alvast aanwezig zijn bij het optreden van ons fantastisch Lyceumkoor. Jullie ook?  

PRAKTISCHE INFO OPTREDEN LYCEUMKOOR

  • Wanneer: donderdag 30 april 2015 (vrijdag 1 mei = feestdag)
  • Uur optreden: 18u00
  • Waar: Bibliotheek Genk, Stadsplein 3
  • Inkom: Inschrijven niet nodig / Gratis

Blits: samen naar de Westhoek!

Op dinsdag 24 maart zijn wij, de leerlingen van het vijfde middelbaar, op excursie geweest naar de Westhoek. Samen met mevrouw Knevels, mevrouw Driessen, mevrouw Govaerts, mevrouw Kuipers, mevrouw Gijbels, mevrouw Pecquet, mevrouw Schampaert, meneer Van Opstal en meneer Luts gingen we op zoek naar sporen uit Wereldoorlog I.

Om 7.30u moesten we klaar staan aan het hoofdgebouw. Ondanks de korte nacht, was iedereen mooi op tijd. Na een vlotte rit in een luxueuze bus, kwamen we aan in Diksmuide. Tijdens de lessen Seminarie hebben we in groepjes gewerkt rond een thema. We moesten over dat thema een paper schrijven en nadien een gidsbeurt uitwerken. In de klas hebben we de presentatie ingeoefend waardoor het telkens vlot verliep op de verschillende locaties. Sommigen onder ons waren toch nog erg zenuwachtig maar de leerkrachten vertelden ons nadien dat ze heel tevreden waren over de uitleg die we ter plaatse gaven!

Als eerste bezochten we De Dodengang. Dat is een reconstructie van de loopgraven. Wat ons opviel was dat deze Dodengang er heel netjes bijlag. Een groot contrast met wat de soldaten 100 jaar geleden meegemaakt moeten hebben…

Rhunne en Lisa van 5WA12 in de dodengang.

Rhunne en Lisa van 5WA12 in De Dodengang.

 

de leerlingen van 5EMT1 in de Dodengang.

De leerlingen van 5EMT1 in De Dodengang.

Daarna reden we naar Het Vredesdomein met De Paxpoort, De IJzercrypte en De IJzertoren. Nadat we hier ook weer wat uitleg hadden gegeven, zijn we in de IJzertoren met de lift (22 verdiepingen!) naar boven gegaan. Hier hadden we een prachtig uitzicht over de omgeving en het gebied dat toen onder water werd gezet.

Mevrouw Pecquet met 'haar' jongens op de IJzertoren.

Mevrouw Pecquet met ‘haar’ jongens op de IJzertoren.

 

De IJzertoren.

Bezoek aan de IJzertoren. Het was de moeite.

 

Na de vele poseermomentjes voor de selfies, zijn we naar het Deutscher Soldatenfriedhof in Vladslo geweest.

Poseren in Vladslo!

Poseren in Vladslo voor Het Treurend Ouderpaar van Käthe Kollwitz!

 

Terwijl we onze reis verder zetten naar Tyne Cot, zijn we Het Canadees Monument gepasseerd.  De Britse begraafplaats Tyne Cot maakte een ongelooflijke indruk op ons…maar toen begon het te regenen en wilden we toch snel terug naar de bus.

The Canadian...indrukwekkend!

The Canadian…indrukwekkend!

 

Tyne Cot in de regen.

Tyne Cot in de regen.

De tijd vloog voorbij. Ondertussen was het al 16u. De volgende stop was Ieper. Daar hebben we De Menenpoort, De Lakenhallen en De Sint-Maartenskathedraal gezien. Het bleef maar regenen. De gidsbeurten werden korter en korter…!

Na het harde werk, kregen we twee uurtjes vrij. We hadden reuzehonger dus zijn we op zoek gegaan naar een leuk zaakje. In het restaurant zagen we de leerkrachten een selfie trekken met meneer Luts die die dag 60 jaar werd!

Meneer Luts  tussen het 'vrouwelijk schoon'!

Meneer Luts tussen het ‘vrouwelijk schoon’!

 

Tot slot hebben we De Last Post bijgewoond, een eresaluut voor de gesneuvelde soldaten.  Die begon stipt om 20u.

 

Thomas, Seppe en Engin leggen een krans met poppies neer onder De Menenpoort.

Thomas, Seppe en Engin leggen een krans met poppies neer onder De Menenpoort.

 

 

Na een lange maar vermoeiende dag, keerden we tevreden terug naar huis. Om 23.30u was de excursie voorbij. :-(.

Toen vlug naar huis het bedje in want om 8.30u moesten we terug op school zijn! Het was moeilijk om die voormiddag de oogjes open te houden… :-).

 

De leerlingen van het vijfde jaar.

Blits: afscheid nemen, hoe doe je dat?

Bij het afscheid van Adriaan. Aan onze leerlingen en al wie zich betrokken weet. Met ons oprechte medeleven voor de familie en vrienden van Adriaan.

We zien dat veel van onze leerlingen, jong als ze zijn en vaak nog onbekend met de harde kanten van het leven, niet goed weten hoe ze kunnen omgaan met de breekbaarheid van het bestaan en met de pijn die dat in hen veroorzaakt, op intellectueel gebied (vragen) zowel als op emotioneel vlak (gemis, opstandigheid, wanhoop …). Wat hier volgt, kan hen mogelijk wat helpen, al moet je er ook niet de complete oplossing in zoeken. Het gaat over een manier om met pijn en lastige vragen om te gaan, een werkwijze die je kan terugvinden in de meeste spirituele tradities, waar de inspiratie voor deze tekst dan ook voornamelijk vandaan komt.

Vandaag, in een Facebooktijdperk waarin alles er even schitterend moet uitzien, is dat moeilijk. We leven per slot van rekening in een omgeving die onze kinderen vooral leert dat pijn niet hoort, alsof hij niet mag bestaan – iedereen moet vandaag gelukkig zijn –, en dan zijn we verwonderd dat ze zich – net als veel volwassenen trouwens – verdoven met ‘plezier’, festivals, oorverdovende maar vooral innerlijk verdovende muziek, verslavingen allerhande, oppervlakkigheden en sentimentaliteit (‘gespeelde’ gevoeligheid zonder diepte) …, waardoor alles uiteindelijk nog zinlozer lijkt, gedoe aan de oppervlakte. Er zijn echter meer authentieke wijzen om ermee om te gaan, de diepte in. De tekst is lang maar over deze dingen schrijf je niet in oneliners en twitterberichten. En toepassing ervan is al helemaal geen kwestie van ‘eventjes’ maar een opdracht, een leerproces voor de rest van het leven, iedere keer wanneer leven pijn doet en vaak pas wanneer de volle hevigheid van pijn wat is afgezwakt door de helende invloed van de tijd. Maar de tijd alleen geneest niet. Daar is meer voor nodig. We moeten ook onze kijk op de dingen veranderen. Vandaar …

‘No parent should have to bury their child’, zegt koning Theoden bij het graf van zijn gesneuvelde zoon Eomer. Het is een van de meest aangrijpende scènes uit Lord of the Rings. Hij zegt die woorden tegen zijn oude vriend Gandalf. En die knikt alleen maar bevestigend, met een blik vol pijn voor zijn vriend. Want welke troostende woorden zou hij kunnen spreken in een situatie die zo onherroepelijk is?

Jonge mensen behoren niet te sterven. Niemand behoort ‘voor zijn tijd’ te sterven. Dit is tegen de orde van de natuur, zo voelt het althans. En toch overkomt het vele ouders, in oorlogen, in het verkeer, in ziekenhuizen, bij gewoon kinderspel … Jong wordt even goed als oud door de dood gehaald en uit de vertrouwde, geliefde kring gerukt. En wij blijven steeds weer achter, verweesd, in de steek gelaten, getroffen in wat ons mogelijk het meest lief is van alles, een kind, voor wie we vaak zonder veel aarzelen zelfs ons eigen leven hadden willen geven. De allereerste schrijver van Europa, Herodotos, vertelt al in het begin van zijn verhalen dat de wijze Solon een gewone Athener beschouwde als de gelukkigste man die hij ooit had ontmoet: hij had immers oud mogen worden en sterven met al zijn kinderen en kleinkinderen nog in leven. In die tijd een echte uitzondering. Dit gebeurt dus al zolang er mensen zijn en de literatuur is gevuld met diep ontroerende klaagzangen over dit pijnlijke mensenlot.

En nu is het weer gebeurd. En we zijn geneigd te roepen dat we dit niet begrijpen. We protesteren bitter vanuit een verscheurd hart en voelen ons helemaal alleen met onze pijn. Maar in feite begrijpen velen dit beter dan we vermoeden, sommigen ten volle, omdat ze zelf hebben geleden of lijden. En wie de pijn nog niet echt ervaren heeft, ziet toch minstens wel hoe breekbaar, hoe kwetsbaar wij allemaal zijn, ondanks al onze moderne bijna neurotische voorzorgsmaatregelen. Ons verstand wéét toch dat wij, zodra we geboren zijn, op weg zijn naar de dood. Ons verstand heeft zich in de loop der tijden al zo vaak gesust met de troostende gedachte van het lot – ‘Niemand gaat tenzij zijn laatste uur geslagen heeft’ en ‘Kunt gij met al uw getob ook maar één el aan uw leven toevoegen?’ Ook van dergelijke gedachten staat onze literatuur vol. Of ons verstand verzoent zich met de gedachte dat we eenmaal zelf ook zullen weerkeren naar God of het Al en dat we mekaar ‘aan zijn boezem’ zullen weervinden.

Echt helpen doet dit alles niet. Hoe goed deze verstandelijke argumenten ook mogen zijn – en volgens mij zijn ze dat, in weerwil van onze bittere protesten ertegen – toch is geen enkel ervan in staat ons ooit te bevrijden van het gapende gat dat achtergelaten wordt in het hart door het verdwijnen van wie ons zo lief is, van die emotionele pijn die ons leven ten diepste tekent, die ons de adem, het leven zelf haast beneemt. Die pijn kleurt al de rest en voedt andere vormen van pijn, als boosheid en verwijten tegen wie ons verstand verantwoordelijk acht, of zelfs tegen de geliefde die ons alleen op de koude weg heeft achtergelaten, of tegen onszelf omdat er misschien nog veel ongezegd of ongedaan is gebleven. De acute pijn van een verlies haalt vaak ook veel oudere pijn naar boven, rijt oude wonden open. Met die emotionele pijn hebben we onze handen meer dan vol genoeg en het is beter daar niet nog intellectuele pijn aan toe te voegen, door cynisch te worden en het leven zinloosheid of onbegrijpelijkheid toe te schrijven of door God te verdenken van boosaardigheid of willekeur … In feite bedenken we deze dingen vooral omdat we geen weg weten met het zwaard door ons hart, met die oerpijn van het gebroken hart.

Geen enkele gedachte, hoe vroom of fraai ook, zal deze hartpijn kunnen toedekken. Het gaat immers in wezen niet om ‘begrijpen’, een actie van het verstand, maar om ‘accepteren’, wat een kwestie is van gevoel. Ons verstand begrijpt de dingen één dag en de volgende dag protesteert ons gevoel alweer in volle hevigheid, want we willen deze pijn niet. Hij kan alleen, geleidelijk aan, zonder forceren, minder fel worden wanneer we keer op keer met het oog van milde aandacht kijken naar deze pijn, mild, zoals je naar een baby of een gekwetst diertje kijkt, en wanneer we merken hoe diezelfde pijn ook leeft in de anderen rondom ons, in de hele mensheid uiteindelijk, waarin menigeen evenzeer lijdt onder gelijksoortige pijn van verlies, gemis, verlatenheid, gekwetstheid, verraad … Iedereen die Adriaan kent, lijdt nu die pijn, in grote of in mindere mate. Het is een pijn die al ontelbare keren geleden is, een pijn die dagelijks overal ter wereld geleden wordt. Wie kent niet in zijn eigen familie of omgeving de pijn van verlies, zij het door een vergelijkbaar ongeluk, zij het door scheiding, afwijzing, vernedering …?

Alle leven is lijden, zo luidt de eerste ‘edele’ waarheid volgens de boeddhisten en met ‘edel’ bedoelen ze dat dit lijden ons volle respect en onze volle aandacht verdient. Die vaststelling maakt onze persoonlijke pijn niet onbelangrijk, integendeel, hij mag er evenzeer zijn en is zelfs ‘normaal’ maar hij wordt, precies omdat hij universeel is, een brug. Want troost kunnen we alleen maar vinden – stilaan, als we onszelf de tijd geven om te lijden – in het ‘mede-lijden’ van anderen met ons maar op termijn nog meer in dat van ons met die anderen. Dat is eigenlijk wat we willen zeggen met een gemakkelijk gebruikte formule als ‘innige deelneming’: vanuit eigen, innerlijke pijn neem je deel aan een ervaring van al wat leeft en heel concreet, van diegenen die door recente wonden zijn getroffen.

Immers, ons verstand met zijn vele niet behoorlijk te beantwoorden vragen is niet onze voornaamste menselijke eigenschap als het om pijn gaat, maar wél het vermogen van ons hart om mee te lijden en vriendelijk om te gaan met de pijn die we lezen in de ogen van de anderen. Die eigenschap maakt dat we kunnen meeleven met onze directe omgeving, met onbekenden, tenslotte met de hele mensheid en ooit misschien met al wat leeft en dus per definitie lijdt. Zelfs vijanden kunnen mekaar vinden in die gedeelde ervaring van verlies van wat dierbaar is. Er zijn grote voorbeelden van gewone mensen die deze kwaliteit in hun eigen hart leerden cultiveren. Dat vermogen leeft, vaak verborgen en nog onbekend, diep in ons en wacht erop om gebruikt te worden. In feite is dit het enige echte antwoord dat je kan geven op de noodkreet van anderen: hier ben ik, bij jou. Ik zie je, ik zie je lijden en ik ben bij je. Je kan op deze manier ook je pijn, van welke aard hij ook is, boosheid, gemis, onuitgesproken dingen …, ‘uitspreken’ tegen wie er niet meer is of tegen ‘God’ of de bron van alles.

Hiervoor moeten we ons praatzieke en betweterige verstand wat het zwijgen opleggen en het niet te zeer toelaten de intellectuele pijn van onbegrip en protest toe te voegen aan ons zo al moeilijk te overkomen emotionele lijden. Ons verstand kan ons immers ook aansporen om te leren dapper te zijn in een lot dat alle mensen treft, pijn, en om liefdevol te kijken naar die diepe wonde in eigen en andermans hart en om zachte woorden te spreken eerder dan bittere of wanhopige, en kleine, vriendelijke gebaren te stellen, en om geduld te hebben met mekaars pijn, om die te verdragen – het grote boeddhistische ‘mede-dogen’ – en om in mekaar lotgenoten te zien. Al te vaak zijn we immers geneigd weg te lopen van de pijn in het eigen hart en van de pijn die we in andermans ogen lezen. Omdat we niet weten wat zeggen of doen.

Maar het is precies in dat vermogen van ons hart, dat zelf bloedt, dat we een goddelijke eigenschap hebben gekregen. Goddelijk betekent van oudsher: uitstijgend boven het gewone. De gewone natuur is hard en meedogenloos. Wie daaraan twijfelt moet wat meer naar National Geographic kijken. Maar de mens heeft gaven waarmee hij boven de brute struggle for life kan uitstijgen: de heldere blik van liefdevol, begrijpend inzicht en vooral het vermogen van zijn hart om de pijn van al wat leeft aan te voelen, om mee te lijden en te dulden. Menselijke harten zijn sterker dan we voor mogelijk houden, precies omdat dit medelijden of mededogen ‘goddelijk’ is. Spreek dat goddelijke vermogen in je aan en je bent op weg om geen slachtoffer te blijven van de woeste natuur en zo vermijd je ook van te verdrinken in je pijn. Dat moet niet op een volmaakte wijze. Je kan daarin wel groeien. Uit een dal klim je met kleine stapjes, ieder op eigen tempo.

Het bloedende hart dat mee-lijdt met de hele mensheid is per slot van rekening dat prachtige, oude maar vergeten christelijke symbool, het Heilig Hart, van Jezus of Maria. Die oude beelden wijzen naar hun hart, dat doorboord is door een doornenkroon of zwaard en tegelijk omgeven door een gouden stralenkrans. Het is immers op die manier dat de God, die voor ons verstand verborgen blijft, ons in ons lijden nabij is, in onze eigen harten die kunnen mee-lijden. Hij is geen oude tovenaar achter een wolk, die het lijden in een vingerknip kan wegnemen. ‘God’ leeft onder meer in bepaalde vermogens, eigenschappen die de natuur, het bestaan zelf in ons heeft gelegd. Laten we dus dit goddelijke vermogen in onszelf ontdekken – het zit er, maar we moeten het vaak nog willen geloven en leren gebruiken en cultiveren. Het zal ons uiteindelijk troosten in onze pijn, wanneer we ons hart, elke dag opnieuw en vaak met veel moeite, toelaten om onze eigen pijn als een gouden zegen, als een gebed voor de pijn van anderen en onszelf over de wereld te laten uitstralen. Stuur dus je eigen pijn met iedere ademtocht uit als een zachte streling voor al wie lijdt, zoals de gouden stralen uit het doorboorde hart van Jezus of het doorboorde moederhart van Maria. Het komt erop neer dat je zo emotioneel lijden stilaan transformeert tot een weldoende energie.

Dat ‘emotionele’ gebaar, dat gebruik van de emotionele energie die onze pijn in feite is, is ook het enige antwoord op intellectuele vragen die we toch niet kunnen beantwoorden. Het kan wel zijn dat ons verstand het leven zinloos vindt, maar ons hart moet zich daar niet bij neerleggen en het kan iedereen zegenen die in hetzelfde schuitje zit. De vraag waarom wij in dit bestaan geworpen zijn – het oude christendom noemde de wereld ‘een tranendal’ –, is hiermee niet opgelost, maar we hebben er wel een antwoord op, dat van ons hart, de plek waar van oudsher wordt gezegd dat onze goddelijke vonk schuilt. Het is vooral in het vermogen van ons hart dat wij ‘kind van God’ zijn. In feite is dit een van de grote kernpunten van iedere ‘religie’ (het woord betekent: verbondenheid): het zich verbonden weten en voelen met al wat leeft en lijdt. Echte religie zal dus ook nooit pijn toevoegen aan de wereld. Dat laatste gebeurt door het ‘ik’ dat macht en zelfs almacht zoekt om zijn eigen pijn te verdoven, op termijn een vruchteloze en tot mislukken gedoemde bezigheid.

Een vraag die ons vaak kwelt, is waarom nu net iemand moet gaan die door iedereen graag gezien was, omdat hij met zijn vrolijke aard of goede hart een zegen was voor zijn omgeving, iemand die nog zoveel positiefs aan de wereld te bieden had. Ook hier kan je een antieke wijsheid bovenhalen: de goden halen vroeg wie zij liefhebben. De goden houden van goddelijke mensen, versta: ruim-hartige, groot-moedige (= met een groot gemoed) mensen. Het is weerom geen antwoord op onze pijn, integendeel, want wij willen zo’n mensen maar al te graag bij ons houden. Maar een dergelijk heengaan van een geliefde vriend toont vooral jonge mensen dat het leven een ernstige zaak is, ernstiger dan we in onze wereld van comfort en amusement vaak beseffen. Het kan morgen, zo dadelijk, gedaan zijn. We hebben hier op aarde niet het eeuwige leven. Eendagswezens, de droom van een schaduw, noemt de Griek Pindaros ons. Dat is een belangrijk besef. Maar tegelijk moet je er rekening mee houden van pakweg 80 jaar te worden en dus moet je ook plannen op lange termijn maken om je leven zinvol te laten zijn.

Dit is best een moeilijke evenwichtsoefening. De mens is daarom een koorddanser die tussen twee uitersten schippert. Hij moet enerzijds een nog verre toekomst voorbereiden en mag tegelijk de belangrijke dingen niet uitstellen door zijn kostbare tijd en levensenergie te vergooien aan onbenulligheden. Maak dus elke dag werk van de echt belangrijke dingen. Die bestaan in toewijding – ook een oud woord maar het zegt precies wat het moet zeggen, want het is een gewijde, heilige bezigheid – toewijding aan dat wat voor je staat, je kat, je taken, je vrienden, je familie, de boodschappen van je hart, je gevoel voor gerechtigheid, schoonheid, waarheid, goedheid, voor de natuur, de wereld, maar ook het verdriet en de pijn in de wereld, in jezelf. Het echte leven bestaat uit toewijding aan de weg die voor je ligt, en of die nu kort of lang is, maakt in feite niets uit. Als je ziek bent, wees een toegewijde zieke. Als je genezer bent, wees een toegewijde genezer. Het gaat dus om de mate waarin je je met al je talenten en vermogens, je hart, je goede wil, met je keuzes, je creativiteit, en ja ook je verstand bezig houdt met wat voor je neus staat, om daar zo goed mogelijk werk van te maken.

Het heengaan van iemand als Adriaan, die precies dat op zijn jonge, spontane, onweerstaanbare manier deed, moet een aansporing zijn om, zolang het nog kan, zelf ook vriendelijk te zijn, of dapper, of bereid om te leren over jezelf, de anderen, de wereld … en om je tijd niet te verdoen aan dingen die er niet toe doen: meer bezit, een geweldig uiterlijk, roem, de anderen te slim af zijn, concurrentie, schone schijn, zinloos gebabbel, roddel, kleinzielige ruzies, haat, bitterheid … Want je kan je kostbare levensenergie inderdaad ook steken in het veroorzaken van nog meer pijn en zo het leven echt zinloos maken. Het verlies van een vriend die een zegen was voor zijn omgeving, is een aansporing om daar zelf ook werk van te maken.

Daarom is het goed in je kamer of in je agenda een tastbaar portret bij te houden van dierbaren die zijn heengegaan: zo houd je niet alleen de herinnering aan hen levend maar ook hun aanmaning om van ons bestaan, hoe kortstondig ook, ten volle iets te maken zolang je daar de kans toe krijgt.

Van harte,

Michel Berger (leraar Latijn en Grieks)

Blits: Euroscola: een sfeerbeeldje!

In december gingen enkele leerlingen van het vijfde en het zesde jaar met mevrouw Knevels en mevrouw Pecinovsky naar Straatsburg voor het Europese project Euroscola. Het werd een sfeervolle tweedaagse, vol met nieuwe contacten en leerrijke ervaringen. 

IMGP2874

IMGP2964  IMGP3033

IMGP2979

IMGP2953

IMGP2949

 

Wist je dat…

Wist je dat… leerkrachten ook wel eens van hun stoel vallen? Of dat ze verborgen talenten hebben en enthousiaste fans zijn van boybands? Wist je dat allemaal niet? Lees dan zeker verder!

Wist je dat…

Vroeger hadden ze er negen. Maar wij hebben de tiende muze gevonden! Mevrouw Coppens en haar verborgen talent. De slimmeriken onder ons kunnen het al raden: deze leerkracht is een echt zangtalent. Hoge en lage noten, snelle en langzame liedjes, mevrouw Coppens kan met haar stem alles aan. Maar zoals we kunnen verwachten, gaat haar voorkeur uit naar de Griekse opera. Die goede oude tijd…

mevrouw Coppen

Wist je dat…

Zoals vele leerlingen op onze school, is er ook een leerkracht Directioner! Drie keer raden welke leerkracht er stiekem al hun liedjes kent? Juist, mevrouw Monnens. Deze Directioner heeft gedurende een heel spreekexamen met een leerling over de jongens gepraat (in het Frans, uiteraard)! Beetje verliefd, mevrouw?

One Direction Photographed by John Wright

Wist je dat…

Dacht jij dat geschiedenis saai was? Meneer De Paep denkt daar toch anders over!

Niet alleen op school, maar ook thuis is hij er volop mee bezig. En dat is dus ook de reden waarom hij een middeleeuwse helm gekocht heeft. Iedere les belooft hij de helm mee te nemen, maar het is er tot nu toe nog niet van gekomen. Trots is hij in ieder geval wel op zijn nieuwe aanwinst.

middeleeuwse helm

Wist je dat…

Je hebt het waarschijnlijk al eens zien gebeuren, iemand die van zijn stoel valt. Maar wij leerlingen zijn niet de enigen die vallen. Zelfs leerkrachten overkomt het wel eens. Wie het weet of niet, wij hebben het over mevrouw Lewandowski, die onlangs door haar stoel zakte! Zij weet nu zeker dat de vloer van onze school heel hard is!

Zo kunnen we nog uren doorgaan, maar nu zijn jullie toch al op de hoogte van de leukste weetjes op onze school!

– Sam Nijssen en Anneleen Beerten (3GLa)

Een nieuwe Blits: mevr. Dierckx neemt het woord.

Beste leerlingen, ouders en personeelsleden,

BLITS, onze schoolkrant is terug van weg geweest! e. dierckx

Een nieuwe versie, vorm, inhoud en digitaal! Een nieuwe jonge ploeg leraren – N. Jansen, D. Monnens en H. Pecinovsky – met een nieuwe enthousiaste redactieploeg leerlingen!

Al dit nieuwe is veelbelovend en maakt nieuwsgierig.

Een eerste uitgave vlak voor de paasvakantie geeft aan alle lezers en lezeressen ruim de tijd om gretig alle artikels van naadje tot draadje te lezen.

Ik maak van deze gelegenheid dan ook gebruik om iedereen een Zalig Pasen, vrolijke paasdagen en een ontspannende paasvakantie te wensen!

Want energie en enthousiasme is zeker voor het derde trimester  nodig. Het is wel een kort trimester maar barst van activiteiten en van intensief lesgeven.

  • Ik denk dan in het bijzonder aan onze Opendeurdag op 3 mei. Op deze zondagnamiddag zet onze school zijn deuren open voor al onze leerlingen met hun ouders en zeker ook voor de twaalfjarige jongens en meisjes, onze toekomstige lyceïsten! Ook organiseren we deze zondag een reünie voor de oud-leerlingen die 10 en 20 jaar of langer afgestudeerd zijn.

Maar dit is maar één van de vele initiatieven.

  •  Onze eerstejaars vertrekken de eerste week van het derde trimester op zeeklassen.
  • Vierdejaars nemen deel aan het Europees project MEP (Model European Parliament) in Maastricht.
  • En dan niet te vergeten: het galabal voor onze zesdejaars op 8 mei.
  • Voor alle leerlingen worden de lesdagen afgesloten met een afscheidsviering in juni . Onze zesdejaars krijgen dan ook nog een afscheidslunch aangeboden.

Het derde trimester is een belangrijk trimester voor de verdere schoolloopbaan. De leerlingen van het eerste jaar Latijn, tweede, vierde en zesde jaar zullen zich dan buigen over hun studiekeuze voor volgend schooljaar. Infovergaderingen voor ouders en oudercontacten hieromtrent staan op de schoolkalender genoteerd.

En uiteindelijk hopen wij dat alle leerlingen het schooljaar zullen kunnen afsluiten met een mooi rapport.

Tot slot wil ik de hele redactieploeg, leerkrachten en leerlingen een dikke proficiat wensen voor hun enthousiasme bij deze nieuwe geboorte van BLITS!

– Directeur E. Dierckx

De eerste schooldag door de ogen van een kersverse eerstejaar.

1ac

De eerste schooldag. Voor sommigen een dag waar ze al weken naar uitkijken, voor anderen een dag waarop ze de tijd liever twee maanden terug zouden draaien. Maar al spring je op 1 september uit je bed of sleur je je er met moeite uit, toch blijft die dag altijd een beetje een spannende dag. Zit je weer bij je vrienden in de klas? Wie wordt je klastitularis? Van wie zal je dit jaar wiskunde krijgen?  Allemaal vragen die op 1 september beantwoord worden. In al die drukte rond de eerste schooldag, mogen we niet vergeten dat er een groep leerlingen is waarvoor 1 september net dat tikkeltje spannender is: de eerstejaars! Hannelore Colla (1AC) schreef voor Blits hoe zij haar eerste schooldagen op het Lyceum ervoer.

Perfect in uniform, voor de schoolpoort om half twee. Samen met 200 andere eerstejaars stond ik te wachten op mijn nieuwe klas. ‘Hoe ga ik hier ooit mijn weg vinden?’

Al gauw kwam er een leerkracht die ons bijeen riep. Ik volgde de massa en werd naar de koepelzaal gebracht. Na een speech werden de namen van alle eerstejaars één voor één afgeroepen. Samen met een heleboel onbekende leerlingen en een paar uit mijn oude klas, werd ik afgeroepen. Onze klastitularis nam ons mee naar ons lokaal. Iedereen zocht een plaatsje. Ik kwam terecht naast iemand die ik nog niet kende. Spannend!

Drie uur lang kregen we uitleg over onze nieuwe start, het was veel om in één keer te onthouden. De (vele!) regels en gebouwen, de leerkrachten en leerlingen, de lessen en de taken,… bliezen ons omver.

De dagen erna namen we deel aan allerlei leuke activiteiten. Er was een lekker ontbijtbuffet, een ‘zoek de sleutel’-tocht en al gauw raakten we gewend aan het middelbare schoolleven.

We leerden alle leerkrachten op verschillende manieren kennen en we volgden lessen over “leren leren”.

Nu, na enkele maanden, blikken we er blij op terug.

We gaan nog vele leuke maanden op het Lyceum tegemoet!

– Hannelore Colla (1AC)

Blits: Weldra uw schoolkrant online…

Under Construction